Nadat de kinderen waren uitgevlogen en hun oude tuin bij een huis in een woonwijk was voltooid, gooiden Gerda en Jan het over een andere boeg. Ze kochten een kleiner huis met een tuin aan een dijk. Een ‘opknappertje’ was het en dat gold zowel voor het huis als voor de tuin.
Na een verbouwing van hun huis was de tuin aan de beurt. Een tuin vol zevenblad, Japanse duizendknoop, bramen en brandnetels.
Als uitgangspunt voor het ontwerp van de tuin namen Gerda en Jan het uitzicht met aan de voorkant water en de achterkant weiland. Toen zij het huisje betrokken had de voorkant van hun huis een smal strookje met grof bouwgrind.
Omdat de zon ’s avonds aan de voorkant van het huis schijnt en zich daardoor perfect leent voor een glaasje wijn en een kaasje plaatsten zij een ligusterhaag in het nieuw aangebrachte grind waardoor hun huis niet alleen een voet kreeg, maar ook het gevoel gaf dat je met je witte wijn niet pal op de dijk zat.
Als eerbetoon aan de oude peer die bij het huis staat plantte zij ook aan de voorkant en zijkant van hun perceel kleine perenbomen.
Veel aandacht besteedden zij aan de entree van hun huis. Twee oude hekken werden geplaatst waardoor er in combinatie met de oude peer en daaraan hangend een zwart geschilderde kandelaar meer gevoel van nostalgie ontstond. Wat Gerda treffend omschrijft als ‘een wat romantischere entree’.
Toen Gerda en Jan het huisje kochten liep vrijwel de gehele achtertuin, op een paar meter vanaf de achtergevel na, schuin naar beneden naar een diep gelegen sloot.
Doordat de tuin overal afliep was het nauwelijks mogelijk om op een andere plek in de tuin te recreëren dan vlak bij het huis. Dit vonden Gerda en Jan zonde omdat deze tuin in hun ogen zoveel potentie had om vanuit verschillende hoeken van de omgeving te genieten.
Een ander doel van de achtertuin van Gerda en Jan was dat het aan moest sluiten bij de omgeving. Daarom wilden zij een wilde bloemenrand bij de sloot maar met daarin ook gecultiveerde planten.
Het echtpaar besloot etages te maken in de tuin en probeerden zoveel mogelijk gebruik te maken van materialen die al aanwezig waren. Vrijwel alle materialen die werden gebruikt hebben een eerder leven gehad en waren aanwezig of zijn via contacten bij hen terecht gekomen.
Oorspronkelijk liep het achterste deel van hun tuin naar de sloot erg steil naar beneden waardoor het erg moeilijk was de sloot te bereiken. Juist Gerda wilde van het talud een bloementuin maken die aanvoelde als een verlengstuk van een slootrand. Met een kraan werd het talud minder steil gemaakt en deze grond werd gebruikt om het bovenste deel van de tuin wat vlakker te maken.
In het midden van dit bovenste deel maakten Gerda en Jan een verdieping die de tuin niet alleen speelser maakte, maar ook een aantal hoogte verschillen oploste. Met behulp van siergrassen als hagen te gebruiken zetten zij deze rand extra aan en krijg je het gevoel van geborgenheid in de tuin zonder dat het weidse van de omgeving verloren gaat. Ook plantte zij een aantal fruitbomen. Dit was een grote wens van Gerda. Door deze nog kleine bomen in het zicht te planten ervaar je meer diepte en wordt de tuin spannender.
Hoewel Gerda en Jan een mooie sloot achter hun huis hebben liggen waaraan zij de tuin hadden aangepast, vonden zij het directe contact met water toch wat te ver van hun huis vandaan. Met name Jan had bij hun vorige huis een prachtige vijver gemaakt en de beleving van water vonden beiden erg belangrijk. Afgelopen voorjaar besloot Jan daarom toch weer een gat te graven. ‘Echte tuinexperts noemen het kitsch om water op een dijk te maken,’ zegt Gerda, ‘maar wij vinden het leuk om vanaf ons terras in het water te kunnen kijken en vissen te zien zwemmen’. Met oude grindtegels werden treden gemaakt en kun je door de vijver naar het gras lopen.
Of Gerda en Jan nog meer tuinplannen hebben voor de toekomst?
Jan is een echte klusser en is op dit moment bezig met het timmeren van een schuurtje.
‘Eigenlijk zijn we nooit klaar’, zegt hij. ‘Mijn volgende project wordt het aftimmeren van de achtergevel van het huis. Ik laat de tuin dan weer even met rust. Waarschijnlijk zitten we volgend jaar weer vol nieuwe ideeën’.