Vanaf eind november komt de sapstroom van de druif tot rust. Wanneer alle blaadjes eraf zijn gevallen is dat het ideale moment om de druif te snoeien. Het is belangrijk om niet te gaan snoeien bij temperaturen onder de -3 graden.
Druiven groeien aan eenjarig hout. Haal dus de oude uitlopers weg en zorg dat er in het voorjaar nieuwe scheuten gaan groeien. Aan dit nieuwe hout zullen straks de druiventrossen gaan groeien. Om een rijke oogst te krijgen moet de druif sterk worden teruggesnoeid.
Snoei de harttak (de stam) af op 1,8-2 meter en bind deze tak aan. De uitlopers die vanuit de stam opzij groeien noemen wij de ‘leggers’. Bij blauwe druivenrassen worden deze leggers in de winter teruggesnoeid tot 2-3 ogen/knoppen. Bij witte druivenrassen worden de leggers teruggesnoeid tot 4-5 ogen/knoppen. Dit terugsnoeien geldt alleen voor de leggers! Alle andere uitlopers die tussen deze leggers zijn gegroeid, kunnen volledig worden weggeknipt. Zorg ervoor dat er ongeveer 40 cm tussen twee leggers zit.
Hou tijdens het snoeien rekening met het volgende: