– Druk grond rondom nieuwe planten nog eens met de voet goed aan. De wind wil ze nog wel eens loswrikken.
– Verwijder de verdorde bladeren van de planten die binnen overwinteren. Zo voorkom je dat ze gaan schimmelen en vat krijgen op de rest van de plant.
– Blijf ook de planten die buiten staan nalopen op voldoende vocht. Zet de planten daarbij het liefst uit de wind. Hierdoor verklein je de kans op uitdrogen.
– Snoei druiven en kiwi’s bij vorstvrij weer.
– Bescherm stamrozen bij het oculatiepunt aan het einde van de stam.
– Controleer of er geen water meer in de tuinslang zit waardoor hij kapot kan vriezen.
– Geef fruitbomen kalk en meng dit door de grond.