Natuurlijk waren Rob en ik ook dit jaar weer van de partij op Tulpendag – het jaarlijks terugkerende event – om de start van het tulpenseizoen in te luiden met een grote tulpenpluktuin op de Dam in Amsterdam.
Een vrij nieuwe traditie die je kunt vergelijken met het eerste maatje haring, een traditie die al wat langer meegaat dan de Tulpendag.
Ik was enthousiast tulpen aan het uitdelen, toen een toeriste – met een heel charmante glimlach – mij vroeg waarom al deze tulpen worden weggegeven. Zij wist dat Nederland het land is van de ‘windmills’, ‘woodenshoes’, ‘bicycles’ en ‘tulips’, maar betekende dat dan dat er het hele jaar door gratis tulpen worden uitgedeeld?
Gelukkig had ik mij goed ingelezen en kon ik haar dus uitgebreid vertellen over Tulpendag. Dat dit niet dagelijks het geval is, maar wel ieder jaar één dag. Dat dit is omdat wij trots zijn op de tulp die zeventien procent bevat van alle snijbloemen die op Nederlandse bloemenveilingen wordt verhandeld, en dat de branche dit jaar naar verwachting zelfs twee miljard stelen verhandelt terwijl dit er drieëntwintig jaar geleden ‘nog maar’ achthonderdvijftig miljoen waren.
Voordat ik verder kon gaan, onderbrak ze mij en vroeg: “En wat krijg jij daar nou voor, jij staat hier tenslotte alle tulpen weg te geven.” Heel even was ik uit het veld geslagen en wist niet direct wat ik moest antwoorden. “A lot” zei ik na een korte pauze. “Ik ontmoet vandaag veel leuke mensen en mag hen blij maken met iets kleins als een paar tulpen.”
‘Toch vind ik dat jij van iedereen ook iets persoonlijks zou moeten krijgen’, zei ze, waarop zij knipoogde en mij een zoen op mijn wang gaf en wegliep. Dat had ik niet zien aankomen! Een beetje overdonderd, ging ik verder met het uitdelen van de tulpen. Blijkbaar stond niet alleen het tulpenseizoen, maar ook het toeristenseizoen die dag in volle bloei. Een leuke verrassing. 😉
Goede groet, Ivo